Het langverwachte boek van Maarten 't Hart over zijn moeder
‘Na mijn dood,’ zei de moeder van Maarten ’t Hart vaak, ‘kun je over me schrijven wat je wilt, maar spaar me zolang ik leef.’ Daarom heeft ’t Hart in zijn werk zijn moeder zo veel mogelijk uit het zicht gehouden, waardoor een enigszins vertekend beeld van zijn jeugd ontstond. Nu zijn moeder in 2012 is overleden, kan Maarten ’t Hart alsnog de wonderlijke eigenaardigheden en de onwrikbare, rotsvaste zekerheid des geloofs van zijn moeder aan een nader onderzoek onderwerpen, aldus een leemte in zijn autobiografie opvullend.
Maarten ’t Hart made his debut under the name Martin Hart with the novel Stenen voor een ransuil (Stones for a Long-Eared Owl, 1971). He studied biology in Leiden and worked as an ethologist at Leiden University. One of the most important themes in his oeuvre is his childhood in a Calvinist community and his distancing himself from it. His passions for nature and music also constantly crop up in his work. ’t Hart broke through to a wide audience with his melancholy novel about meeting his teenage love: Een vlucht regenwulpen (A Flight of Curlews, 1978). Many novels, short-story and essay collections later, ’t Hart, with his authentic tone and work which often touches upon the tension between biography and fiction, has grown to be one of the most popular and most translated of Dutch authors. In an interview he said: ‘What I like about literature is that one can show a compressed piece of one’s most intimate self.’ Some of his other novels are Het woeden der gehele wereld (The Fury of the Whole World,1993), a Bildungsroman and a thriller in one, De zonnewijzer (The Sundial, 2002), Lotte Weeda (2004) and Het psalmenoproer (Psalms and Riots, 2006), a historical novel.
Veruit het grootste deel van 'Magdalena' vond ik prachtig. Ontwapenend, grappig, tragisch, mooi. Maar tegen het eind, lijkt de hoofdpersoon - het onderwerp van dit boek - 't Harts moeder, ineens naar de achtergrond verdrongen en schiet 't Hart naar mijn smaak te ver door in zijn scepsis of liever aversie jegens het christelijke geloof. Om nou elke zin van een geloofdbelijdenis onder de loep te nemen en van kritisch (soms zelfs voor een atheist als ik 'flauw') commentaar te voorzien vond ik bevreemdend. Is dit prachtige literaire werk ineens een betoog geworden, een pleidooi? Wat doet dat hoofdstuk daar? Wat is de functie? Ik was 'm even kwijt... Desondanks een prachtig boek.
Maarten 't Hart moest zijn moeder beloven dat hij tijdens haar leven niet over haar zou schrijven. Zij overleed in 2012 en nu is er het boek Magdalena.
Magdalena is een boek dat vooral gaat over de relatie die Maarten 't Hart met zijn moeder had want zij vertelde nooit veel over zichzelf waardoor vooral haar jeugd een blinde vlek is gebleven. Het is ook een boek waarin hij nogmaals met het christelijke geloof afrekent en waarin hij een aantal voorvallen uit zijn jeugd noemt die hij in zijn romans heeft verwerkt.
Voor mij is het lezen van zijn werk een waar genoegen. Hij is een van mijn favoriete schrijvers. Dit boek is een mooie aanvulling op zijn inmiddels indrukwekkende oeuvre.
Maarten 't Hart is a typical Dutch writer who had a strict Calvinist Protestant upbringing which he uses in his books a lot. He rebelled against his religious upbringing and became an atheist. A lot of his books have been translated into Swedish and German because of the similarity in religious backgrounds. All of his books have autobiographical elements.
This book, Magdalena, is a book about his mother. He promised her that he wouldn't write about her while she was alive. She passed away in 2012. The book is mainly about his relationship with his mother because he couldn't find out a lot about her childhood. She never spoke about it. He also uses this book to ridicule his religious past - the strict Protestant movement - again with which he is both fascinated and disgusted.
Some of his books have been translated into English. I recommend "The Sundial", which was published in English translation in 2004. Here is the link to the English Wikipedia page. It doesn't show all his books. The Dutch Wikipedia page does. http://en.wikipedia.org/wiki/Maarten_...
"Het langverwachte boek van Maarten 't Hart over zijn moeder". Aldus de eerste zin van de blurb. Hier valt wel wat op af te dingen. Het boek is niet over de moeder van Maarten, maar voornamelijk over Maarten zelf. Het boek is eigenlijk een verzameling anekdotes uit het leven van Maarten 't Hart waarin zijn moeder in meer of mindere mate een rol heeft. Als lezer krijg je het idee dat al deze anekdotes allang op de plank lagen, maar geen plaats hebben gekregen in zijn andere boeken om zijn moeder te ontzien.
Ondanks alle bizarre situaties en, wat wij tegenwoordig, emotionele chantage zouden noemen, komt duidelijk naar voren dat Maarten 't Hart erg van zijn moeder hield. Zijn moeder hield dan weer niet zo erg van zijn vader. Hoe waarheidsgetrouw het allemaal is kan de lezer niet beoordelen, maar het levert in ieder geval mooie, smeuïge, emotionele en soms grappige verhalen op.
Maarten zou Maarten niet zijn zonder zijn stokpaardje van het geloof. Hele stukken over de bijbel en het geloof zijn helemaal niet gerelateerd aan zijn moeder, maar is meer een eigen afrekening met het Gereformeerde geloof uit zijn jeugd. Het is allemaal best grappig, maar ook kinderachtig bij tijd en wijle en een beetje sleets. Er zit veel recycling in. Alles is al eens voorbijgekomen in zijn andere boeken. Hier is verder niets nieuws of origineels te vinden, tenzij dit het eerste 't Hart boek is wat je leest. Het laatste verhaal waarin hij de Apostolische Geloofsbelijdenis en het Onze Vader fileert geeft een dissonant aan het einde. Niet dat het niet opgeschreven mag worden, maar het past niet in deze bundel.
Desondanks is 't Hart een geweldige verhalenverteller en heb ik dit boek met veel plezier gelezen.
Als liefhebber van de verhalen en romans van't Hart (niet zijn vreselijk(e) drammerige essays) las ik uiteraard ook dit boek over zijn moeder. Een echte 't Hart, vlot geschreven dus en heel leesbaar. Als je echter zijn romans en verhalen kent,kom je eigenlijk niet veel nieuws tegen of het moet zijn dat nu zijn paranoïde moeder centraal staat (maar eigenlijk vind ik dit meer en alweer een autobiografisch boek) Maar ook veel situaties waarin zijn moeder een rol speelt vind je terug in zijn fictiewerken. Het absolute dieptepunt van het boek vind ik het deel uit het hoofdstuk over de begrafenis van zijn moeder waarin de zoon zo nodig weer de (anti-)theoloog moet uithangen door zijn woord-voor-woord commentaar op de geloofsbelijdenis en het Onze Vader.Ongelofelijk dat telkens weer blijkt hoe een toch verstandige man is blijven steken in de trauma's van zijn jeugd, elk gevoel voor spiritualiteit mist en in feite, hoezeer hij zich er ook tegen afzet, de orthodoxe opvattingen van zijn jeugd koestert en - nog veel erger- vereenzelvigt met het moderne christendom in al zijn diversiteit.
't Hart verkeert al jaren in het stadium dat hij kan schrijven wat hij wil. Is er bij de uitgeverij nou niemand die tegen hem zegt dat het veel puntiger kan? Snelheid, plezier en intelligentie zijn niet voldoende om een onvergetelijk boek te schrijven. Het is een grote selfie met zijn moeder als selfiestick. Kennelijk doet hij er veel mensen een plezier mee. Dat is hem gegund, want 't Hart kan een potje bij mij breken.
Grote literatuur kan je dit bezwaarlijk noemen - maar wat een plezier om te lezen! De auteur beschrijft hoe zijn grootmoeder de gewoonte had om honderduit familiegeschiedenissen te vertellen, en de appel viel duidelijk niet ver van de boom. Heerlijk.
Mooi boek over een bijzondere moeder-zoonband. Jammer dat ik de grootste idiotieën van de moeder van Maarten 't Hart (spoiler alert: het stuk over tandenpoetsen en de mokkels) al met de auteur besproken had zien worden in De Wereld draait Door.
Ik vond het grappig hoe liefdevol de schrijver ondanks alles waar hij het niet mee eens is en mee opgegroeid is, schrijft over z'n moeder. Ondanks de enorme generatie- en levensvisiekloof is er toch altijd sprake van een (soort) liefdevolle band gebleven, die al die verschillen blijkbaar overstijgt. Het boek geeft wat dat betreft ook wel een mooi beeld van hoe denk ik duizenden Nederlanders van die generatie hebben geworsteld met een streng religieuze opvatting en een veranderende wereld waarin dat soort overtuigingen veel minder een plek hebben, en hoe deze schrijver daarmee om is gegaan.
Het boek heeft niet echt een plot, maar is meer een opeenvolging van anekdotes. Daardoor is het anders dan andere boeken van deze schrijver die ik gelezen heb, maar ik heb het toch in een ruk uitgelezen.
Tja, ik had het boek niet uitgelezen als ik dit weekend niet zolang in de trein had gezeten. Ik had hoge verwachtingen -want ik vind 't Harts romans fantastisch- maar die zijn dus niet ingelost.
een moetje voor elke t hart fan. zelden zo veel gelachen om een boek. prachtig beschreven anekdotes tegen de bekende achtergrond van kerkverlating. ontleding van de geloofsbelijdenis en het onzevader aan het eind had niet gehoeven.
Mooi uitgewerkt portret van de moeder van Maarten ’t Hart, tegelijk ook een neerslag van zijn "door benepen godsdienstigheid" getekende jeugd. Al als jong kind stelde Maarten de onzinnige bijbelverhalen in vraag, en werd daarvoor ook steevast hard op de vingers getikt. Het heeft hem twintig jaar gekost vooraleer hij zich echt heeft afgekeerd van de religie, van die verschrikkelijk benepen Calvinistische godsdienst waar zijn moeder haar hele leven door liet verpesten. Haar leidmotief? "Lekker koken, lekker eten, dat hoeft op aarde niet, dat komt in de hemel wel”. Op een bepaald moment in het boek somt Maarten in anderhalve bladzijde op wat zijn moeder allemaal niet heeft gedaan in haar leven, gewoon omdat genieten niet nodig was. Dan denk je: wat een gemis, wat een verschrikkelijk leven. Godsdienst kan levens kapot maken. Meer zelfs, godsdienst maakt levens kapot. En dat beseft Maarten 't Hart ook: "Ik heb mijn moeder nooit horen schaterlachen". Verder was zijn moeder er paranoïde van overtuigd dat haar echtgenoot haar constant bedroog, terwijl niets daarop wees. Zo slaagde ze erin niet alleen haar eigen leven, maar ook het leven van haar echtgenoot tot een ware hel te maken. Hoeveel redenen ’t Hart ook heeft om zijn moeder als een heks af te schilderen, het siert hem dat hij dat niet doet. Telkens opnieuw benadrukt hij dat ze altijd een zeer zorgzame vrouw is geweest. Zijn aanvallen op de godsdienst vind ik heel overtuigend. Hij laat van de bijbelteksten niets heel en staaft zijn argumenten met verwijzingen naar bestaande theoretische bronnen. In zijn zoektocht naar een antwoord op al zijn bijbelvragen heeft hij ontzettend veel gelezen over religie en haar oorsprong. Alleen jammer dat het einde van de roman bijna een essay wordt tegen de godsdienst. Daarin ontleedt hij heel gedetailleerd de afscheidszinnen die worden uitgesproken bij een Calvinistische begrafenis, én het Onze vader. Soms lachwekkend en overtuigend, maar als afsluiter van dit mooie boek over zijn moeder, vond ik het er een beetje over. Vandaar de vier sterren.
Maarten t Harts ode aan zijn moeder, als je het zo mag noemen, is voor mij een fascinerend verhaal geweest in de wereld van het calvinisme en de waanzin die godsdienst heet: kadootjes mogen ontvangen maar er nooit mee mogen spelen, nooit je tanden poetsen, altijd zondig zijn al ben je nog maar twee turven hoog. T Harts moeder had daar bovenop nog een groot aantal eigenaardigheden als paranoia en enorme angsten voor dieren. Toch schrijft hij met liefde over zijn moeder en is het boek naast een poging om zijn moeder te begrijpen ook een soort afrekening met het geloof van zijn moeder door voortdurend aan te geven waar de geloofsgemeenschap van zijn moeder en de christenen in het algemeen ongeloofwaardig zijn en waarom.
Alleen het deel over de begrafenis vond ik niet ter zake doend. Daar waar het over zijn moeder zou moeten gaan, gaat hij aantonen waarom god en Jezus niet zouden bestaan. Het paste naar mijn idee niet op die plek en had eerder in het boek wel een functie als hij zijn twijfels aan zijn moeder voorlegde.
Een enkele keer is het boek ook erg grappig zoals wanneer klasgenoten van T Hart aan de dominee vragen wat ze dan in dat eeuwige hiernamaals gaan doen om zich uiteindelijk niet te vervelen. T Hart hoopt op seks maar volgens de dominee gaan ze eeuwig vissen.
Hoewel de moeder van Maarten 't Hart zoals uit het boek blijkt niet de prettigste persoon was om mee te leven schreef hij er een uitermate mooi boek over waarin hij ook haar positieve punten benadrukt, een minpunt, mij net 'iets' teveel bijbel maar dat kan bijna niet anders, en het bespreken van de Catechismus van Heidelberg werd mij teveel, gelukkig zit dat helemaal aan et einde.
Leuk om weer een Maarten 't Hart te lezen. Sommige dingen zijn niet veranderd in Maassluis. Vele kerkdiensten op zondagmorgen in de vele kerken of voor de zondag tot kerk omgetoverde zaal.
Citaat: "haar meest effectieve wapen: geluidloze tranen. Daar waren noch mijn vader, noch ik goed tegen opgewassen. Die geluidloze tranen vloeiden op allerlei momenten, maar vooral op maandag- en zaterdagmorgen. Op maandagmorgen vloeiden ze doorgaans omdat mijn vader de dag ervoor in de kerk andermaal onder het bidden ‘naar een mokkel had gegluurd’. Op zaterdagmorgen vloeiden ze omdat mijn vader en ik dan veelal thuis waren en er dus publiek was voor de tranen."
Wanneer ze gestorven was, mocht Maarten 't Hart een boek schrijven over zijn moeder. Dat heeft hij gedaan. Het gaat niet uitsluitend over zijn moeder, ook andere aspecten over zijn jeugd komen aan bod. Zijn vader, zijn hele familie, de manier waarmee hij omgaat met geloof, bijvoorbeeld.
Stijl Hilarisch, vlot, liefdevol en mooi geschreven. Ieder hoofdstuk is een lang cursiefje over een onderwerp. Helemaal Maarten 't Hart. Een uitstekend boek.
Zijn moeder Het is goed dat dit boek geschreven werd, aangezien 't Hart eerder al zo vaak autobiografisch schreef, maar we nooit een goed beeld van zijn moeder mochten hebben voor zij overleden was. Nu we een goed beeld hebben van zijn moeder, kunnen we al zijn vorige autobiografie beter plaatsen. Tegelijk krijgen we ook een beter beeld van zijn vader en hele familie, en zelfs gemeenschap waarin de supergelovige gereformeerden vertoefden. Die moeder was wel een verschrikking. Ze was paranoïde en tegelijk uiterst (ziekelijk) fundamentalistisch gelovig. Misschien klampte ze zich vast aan het geloof om haar wanen aan te kunnen. Misschien ook vergrootte het geloof haar angsten, want elk geloof doet een mens bang zijn voor van alles. De duivel en het slechte zitten overal en jij zondigt de hele tijd. Eén van haar wanen was dat haar man het steeds met andere mokkels deed en steeds naar vrouwen gluurde. Hij mocht dan ook niets van haar, want hij zou naar mokkels hebben gekeken. Daar bovenop was zijn moeder zeer bazig, wat zij besliste was wet, én ze was hysterisch. Zorgzaam, geduldig, nooit klagen. Maar wel ervoor zorgen dat zij alle macht had. Onder meer met stille tranen eiste ze aandacht en macht op. Kortom, ze was de baas in huis en ze was bang en fundamentalistisch. Het leven werd er zeer eng door. Niets mocht.
Ondanks alles is Maarten ’t Hart altijd van haar blijven houden. Ergens vind ik het dapper dat hij dit zegt. Die vrouw heeft immers het leven van anderen verknald. Ze deed anderen pijn. Nooit knuffelde ze, nooit sprak ze Maarten ’t Hart aan met iets anders dan met een vies woord (vakenbeest was het liefste), nooit lachte ze. Maarten ’t Hart vergoelijkt alles want ze was ziek. Akkoord, ze was ziek. Maar dan nog van haar houden? Terwijl ze anderen pijn doet en geen liefde kent? Ik vrees dat Maarten ’t Hart een speelbal is geweest, en nog altijd is, van die moeder van hem, en dat hij ergens nog altijd met zich laat spelen, ook al doorziet hij haar. Hier ontbreekt wat mij betreft dus wat introspectie – of, als 't Hart dat gedaan heeft, dat hij er niet over heeft geschreven. Er is echter nog wat dat even hard opvalt. Wie Maarten 't Hart een beetje gelezen heeft, weet wat een ontzettend vriendelijke man hij is. Veel kinderen die in een vergelijkbare situatie als de zijne zijn opgegroeid, zijn daar zwaar gehavend uitgekomen, en velen zijn niet te genieten. Maarten 't Hart is misschien wat reformistische kantjes blijven houden, waar hij zelf om kan lachen, maar wat een vriendelijke man, voor planten en dieren en mensen heeft hij liefde te over, lijkt het wel. Dit lees je natuurlijk niet in zijn boek, maar alle lezers weten het van hem. We kijken ernaar met stomme, blije verwondering dat een man met zo'n moeder, uit zo'n milieu, zo ontzettend vriendelijk is kunnen blijven/worden.
Iets anders Maarten 't Hart schrijft niet de hele tijd over zijn moeder, en dat is maar goed ook: ik zou het niet hebben uitgehouden, zo'n verschrikkelijk mens! Af en toe wordt het dus afgewisseld met andere anecdotes.
De bijbel Soms gaat het dan over wat er absurd is aan het geloof, en de manier waarop Maarten 't Hart dit behandelt leest vlot en hilarisch. Maar het lijkt me toch vooral interessant voor de mensen die ten eerste ook gereformeerd zijn opgevoed, en ten tweede, van zijn generatie zijn. 't Hart beperkt zich tot het weerleggen van bijbelverhalen. Het is ergens interessant omdat we leren hoe in zijn tijd en in zijn milieu de bijbel heel letterlijk gelezen werd, en dus ook op dezelfde basis weerlegd werd. Het verhaal van de Ark van Noach is bvb. materieel onmogelijk, en het is heerlijk om te lezen hoe een bioloog dit uitlegt, met al die dieren. Maar hoewel het interessant is om een tijdsbeeld te krijgen, gelovigen van nu zullen niet door zijn argumenten inzien hoe onmogelijk raar ze bezig zijn en ook voor ongelovigen komt het kinderachtig over, ja zelfs saai, om nog met die dingen bezig te zijn. Ik word nu een beetje persoonlijk, want als het over zo'n zaken gaat heb ik liever een andere aanpak. Als hij het zo belangrijk vindt om het geloof links te laten liggen, waarom stelt Maarten 't Hart dan niet meer diepgaande vragen, waar gelovigen wat aan hebben, bijvoorbeeld waarom de mens zo graag wil geloven.Als niet-geloven hem zo interesseert, waarom beperkt hij zich dan tot de bijbel als kinderverhaal? Hij leest graag en veel, waarom gaat hij niet aan de slag met boeken over zaken die nu bekend zijn in de theoretische filosofie en in de wetenschap, over bewustzijn, leven en dood? Leest hij dan nooit over die onderwerpen? Maarten 't Hart blijft steken in het weerleggen van de bijbelverhalen. Dat is grappig, maar als je over zo’n belangrijk onderwerp niet dieper onderzoekt, wordt het helaas ook een beetje dom - volgens mij. Maar Maarten 't Hart mag dat doen als hij dat wil en daar behoefte aan heeft. En hij schrijft heel goed!
Kortom Een heel mooi boek om te lezen, heel vlot en leuk geschreven. Het geeft een goed idee van de moeder van Maarten ’t Hart en over de omgeving waarin hij is opgegroeid, met de domme manier van geloven. Maar soms weegt het voor mij persoonlijk te licht, zowel wat introspectie van hemzelf bij het gebeuren met zijn moeder aangaat, als wanneer het om het geloof gaat. Ik besef dat ik door dit te schrijven op de dunne lijn zit tussen boekbeoordeling en beoordeling van de persoon die de auteur is. En ik heb al benadrukt wat een ontzettend vriendelijke mens ik hem vind, en hoe vreemd het is dat deze vriendelijke onschuld ongehavend uit zijn jeugd is gekomen. Overigens vind ik hem ook bijzonder intelligent. 't Hart heeft het recht om over het geloof en zijn moeder te schrijven zoals hij dat wil. En hij doet dat heel goed. Ik heb liever een andere aanpak, maar hij hoeft geen filosoof te zijn.
Liever fictie Ik heb Maarten 't Hart dan ook liever als hij pure fictie schrijft. Zijn plotwendingen zijn zeer intelligent, en in een autobiografie ontbreekt dit heerlijke gegeven. Bovendien hebben we in pure fictie veel minder last van de persoon die Maarten 't Hart is, en zijn jeugd en moeder en zijn gereformeerde omgeving. Het was interessant om zijn moeder te kennen, maar geef me voortaan maar weer fictiewerk van Maarten 't Hart.
Het was alweer even geleden dat ik iets van 't Hart had gelezen en het gaat nu weer een poos duren voor ik weer iets van hem oppak. Ten eerste vraag ik me af waarom er geen redacteur in de arm genomen is voor dit boek. Sommige stukken staan er ronduit dubbel in, waarbij het herhaaldelijk gaat om 't Harts argumenten om vooroorlogs calvinisme te ontkrachten. Dat is direct een ander probleem van dit boek, het dunkt de schrijver weer nodig om met allerlei spitsvondige argumenten de geloofsbeleving van zijn moeder te ridiculiseren. Opvallend is daarbij dat hier steeds een uiterst rigide letterlijke interpretatie van bijbelverhalen wordt aangevallen. Ik moet de eerste christen nog ontmoeten die letterlijk gelooft dat Jezus na de hemelvaart door de ruimte bleef vliegen tot hij fysiek aankwam op de plaats van bestemming. Dat zijn laagopgeleide, psychisch zwakke moeder hier wellicht zo over dacht, is voor mij nog onvoldoende reden om de geloofsbelijdenis en het onze vader te fileren aan het einde van het boek. Man, man, man, als dit een liefdevol boek over je moeder is ben ik benieuwd wat je zou schrijven als je haar te kakken zou willen zetten. Niettemin twee sterren, omdat ik ondanks alle irritaties toch geboeid bleef luisteren (want luisterboek) en het een mooi tijds- en streekbeeld vind.
Ik vind de schrijfstijl van Maart 't Hart heel fijn om te lezen. Naast dat dit een soort biografie over zijn moeder, is dit ook een optekening van hoe hij zich los heeft gemaakt van het geloof van zijn ouders. En vooral hoe hij daar nu tegenover staat. Ergens blijft het leven van zijn moeder mysterie. Hij heeft namelijk niet alle antwoorden gevonden/ gekregen op waarom ze zich gedroeg, zoals ze zich gedroeg. Wel vond ik het soms wat langsdradig, een hele omschrijving van een autorit van straat tot straat had niet gehoeven voor mij.
Dieses Buch ist für mich von Interesse, da ich ebenfalls lange in der Region Maassluis gewohnt habe. Auch kenne ich viele der hier genannten Aussprachen, die sich auf der calvinistischen Religion beziehen und fände mich selbt da wieder.
Als Roman würde ich das Buch aber nicht bezeichnen, denn es ist eher eine (Auto)biografie, worin van 't Hart - wie in den meisten seiner Bücher - nur das Zusammenleben seiner eigenen Familie beschreibt.
Aber sogar ich, obwohl ich bekannt bin mit den verschiedenen protestantischen Kirchen habe meine Probleme die Unterschiede in der deutschen Übersetzung wieder zu erkennen. Wobei mir die Originalversion keine Probleme bereitet hat.
Was ich daher nicht verstehe ist, weshalb man versucht hat die verschiedenen Kirchenbezeichnungen einzudeutschen, wobei man das bei andere Begriffe oder Straßennahmen nicht oder sogar falsch gemacht hat.
Der Verleger hätte dann auch besser die originale Bezeichnungen beibehalten und in einem Vorwort erklärt, worin genau die Unterschiede liegen, denn für Deutschen ist das so überhaupt nmicht nachvollziebar und so versteht man auch nicht wieso man sich da spinnenfeind sein kann. Auch eine grafische zeitliche Darstellung der Entstehung dieser unterschiedlichen Kirchen mitsamt die Streitigkeiten wäre nicht schlecht gewesen.
Der Autor ist - wie bekannt - bekennende Atheist, was im allgemeinen auch nicht stört. Leider muss er zum Schluß noch das Glaubensbekenntnis und das "Vater Unser" stark diffamieren. Dass ihm dabei verschiedene Fehler unterlaufen und er historische Fakten über die Zeit Jesu oder die Bedeutung des "Vater Unser" auch für Religionen, die älter sind, wie das Christentum gar nicht erwähnt, zeigt, dass er innerlich nicht nur "ungläubig" ist, wie er von sich selber sagt, sondern sogar eine tiefe innerliche Haß auf der Kirche hat. Dieses Teil hat auch nicht wirklich etwas mit seiner Muztter zu tun und so hätte er es besser komplett weggelassen.
Auch stimmt es zwar, dass Jesus aramäisch gesprochen hat, aber die meisten Juden kannten auch griechisch und so ist es keinen wiederspruch, wenn jüdische Schreiber die Worte Jesu auch in der griechische Sprache wiedergeben konnten. Übrigens gibt es auch Evangelien in der aramäische Sprache, die leider nicht in der Bibel vorkommen. Schade eigentlich, denn durch diese Einfügungen geht die Schönheit des Buches verloren.
Ik vond dit een aardig boek, niet meer dan dat. Op zich schetst 't Hart wel een mooi beeld van zijn eigen jeugd en het leven van zijn moeder, maar sommige dingen vertelt hij meerdere keren. Ook zijn enorme uitwijding over het gebed/geloof aan het einde van het boek kon me niet bekoren. Hoewel ik het enerzijds wel goed gevonden vind, het geloof bespreken aan de hand van een gebed, vond ik het anderzijds wat te 'technisch'. Wel heb ik hartelijk moeten lachen om zijn verwondering rondom de Ark van Noach... Hoe kun je in een dag tijd 2 miljoen dieren inladen? Enne... 2 miljoen? Hoe groot was die ark wel niet? waar liet Noach het voedsel? Enz. Enz. Even getwijfeld tussen 3 en 4 sterren, 't Hart heeft pech, ik rond naar beneden af.
In een lang verleden heb ik ‘Een vlucht regenwulpen’ gelezen en herinner me dat ik het echt goed vond. Misschien was ik toen kritieklozer omdat ik een onervarener lezer was? Of misschien teert Maarten ’t Hart gewoon op het succes van zijn beginjaren en is hij zelf gemakzuchtiger als schrijver geworden?
In ieder geval ben ik halverwege dit boek gestopt. Dat ik zelfs halverwege geraakt ben, is al een hele prestatie maar ik heb nu eenmaal een zwak voor de zogenaamde ‘moederboeken’ en ik wou het boek écht wel een kans geven.
Maar wat een slecht geschreven boek is dit! Het is langdradig, vervelend, oppervlakkig, onsamenhangend - de schrijver valt in herhaling en soms is de toon ronduit aanstellerig.
Afgezien van de belabberde stijl waarin het verhaal geschreven is, bleef ik vooral heel erg op mijn honger zitten wat die moederfiguur betreft. Tussen de regels door lees je wel de liefde van de zoon voor zijn streng gereformeerde moeder maar nergens krijg je een diepgaander beeld van die vrouw zelf – het blijft een erg zielloos, nietszeggend portret.
‘Magdalena’ is eigenlijk niet eens een moederboek want in wezen gaat het niet over de relatie moeder – zoon en het gaat ook niet om de moederfiguur. Het gaat wél over dat onredelijke calvinistische geloof. Daar rekent Maarten ’t Hart mee af, niet met zijn moeder. Maar voor een ‘afrekening’ met dat calvinisme lees ik ‘Knielen op een bed violen’ van Jan Siebelinck wel stukken liever!
‘Magdalena’ is echt een gemiste kans – een boek om snel te vergeten.
Im Sommer 2012 starb Maarten ‘t Harts Mutter. Das nahm der renommierte zum Anlass, ihr Leben in einem Buch zu beschreiben.
Das Buch ist aber nicht nur die Lebensgeschichte von seiner Mutter, sondern gleichzeitig auch seine eigene. Da fast alles auf seinen eigenen Erinnerungen beruht.
Sie behielten bis zum Ende eine enge Verbindung, wenn die Mutter auch niemals ihre Kinder in den Arm genommen hat.
Sehr humorvoll werden viele Anekdoten aus dem Familienleben erzählt.
Ernster wird der Ton, wenn es um die tiefe Religiostät der Mutter geht. Ihr unerschütterlicher Glaube an die Kirche und an alles, was in der Bibel steht, brachte Maarten schon als Kind zur Verzweiflung. So nutzt er dieses Buch nicht nur als Familiengeschichte, sondern auch als harte Abrechnung mit der Kirche. Dieses Thema ist aus anderen Büchern schon bekannt, doch so eindringlich wie hier, habe ich es vorher noch nicht von ihm gelesen.
So kritisiert der Autor seine Mutter durchaus, trotzdem spürte ich die Liebe, die er dieser Frau entgegenbrachte, auf jeder Seite.
So bietet das Buch auf einem hohen sprachlichen Niveau eine humorvolle Familiengeschichte, die ein langes Leben (Magdalena wurde über 90 Jahre alt, und das ohne sich jemals die Zähne zu putzen) beschreibt und gleichzeitig den Atheismus des Autors begründet.
Het doet denken aan Angela's ashes maar dan uit Maassluis. Ongelofelijk wat er allemaal gebeurt en niet gebeurt in de naam van de Here. De moeder van Maarten aaide geen dieren en ook haar kinderen niet. Ze heeft nooit gedanst of gezwommen er werd niet gelachen. De hele familie poetste nooit zijn tanden. Het is eigenlijk zo in en in triest. Ware het niet dat het subliem wordt voorgelezen door Kees Hulst waardoor je er toch weer om moet lachen. Één van de mooiste scènes is wanneer de jonge Maarten voor het eerst twijfelt aan zijn geloof door het verhaal van de ark van Noach. Hij maakt allerlei berekeningen en komt tot de conclusie dat het gewoon niet mogelijk was om alle dieren in zo'n korte tijd op de ark te krijgen. Zelfs de kerk gaat zich ermee bemoeien maar de conclusie is wederom dat God wel weer een manier vond. Maar de twijfel is begonnen bij de jonge Maarten. Een prachtig verhaal over een vrouw die 92 werd zonder ooit te twijfelen aan haar geloof. Een vrouw die altijd dacht dat haar man naar "mokkels" loerde en het soms zo bont maakte dat ze dacht dat haar man een vrouw en haar fiets verstopte in een net gegraven graf. De dominee zegt later tegen haar dat haar leven wel een hel geweest moest zijn. En zij beaamt dat denkende dat hij haar gelooft!!! A woman you would love to hate, maar vertelt met immens veel liefde.
Binnen een vrij korte tijdsspanne las ik twee boeken van gerenommeerde schrijvers over hun moeder. Zowel Adriaan van Dis als Maarten 't Hart hadden bijzondere moeders. Ik vraag me bij beide schrijvers af of ze tot schrijven zouden zijn gekomen zónder die moeders. De moeder van Maarten 't Hart ging op in haar geloof, maar dat weerhield haar er niet van om vrijwel voortdurend kwaad te denken over haar man, die in haar beleving "altijd achter de mokkels aanzat". Seksuele frustratie, verdringing of een combinatie van beide? Maarten 't Hart houdt het op een genetisch defect als gevolg van inteelt. Een broer en een zus van moeder leden aan soortgelijke wanen. Een deel van de 'gekte' van zijn moeder is zo gek nog niet. Ze leed waarschijnlijk aan M. Parkinson en visuele hallucinaties kunnen daar heel goed bij passen. Toch gaat dit boek voor een belangrijk deel over Maarten 't Hart zelf. Hij geeft zichzelf 'vrij baan' om zich nog maar eens af te zetten tegen het calvinisme. Dat doet hij met milde spot, maar onderhand weten we wel waar hij staat in dit opzicht. Wellicht is het nog wel het meest opvallend dat hij, ondanks zijn hoge leeftijd, nog niet heeft kunnen afrekenen met de indoctrinatie in zijn vroege jeugd. Het boek leest prettig, waaiert af en toe uit, maar verveelt nergens.
Wat kan Maarten 't Hart toch magistraal mopperen. En altijd is het onderwerp gelijk. Deze keer beschrijft hij het leven van zijn moeder. Dat was tenminste het uitgangspunt van dit boek. Opnieuw is het echter een woordenstrijd tegen het gereformeerd geloof, waarvan zijn moeder een fervent aanhangster was. De beklemmende sfeer, de achterdocht tussen de diverse geloofsrichtingen, ook binnen de familie, het bekrompen denken - het is weer een geliefd onderwerp voor de schrijver.
Toch las ik het grootste deel van het boek met plezier. Alleen het eind, waarin zin voor zin de geloofsbelijdenis en het Onze vader werden ontleed en veroordeeld, had van mij niet zo gehoeven. Het is wel erg gereformeerd, om over ieder woord, iedere zin, iedere punt of komma te vallen, (twee gereformeerden kunnen volgens de schrijver ruzie krijgen over het feit, of de duivel een kwastje aan zijn staart had of niet! Hier gedraagt Maarten zich weer erg gereformeerd), maar dit was me toch wat al te veel, te letterlijk, te ongenuanceerd en een herhaling van zetten.